
HANNEKE GIEZEN
Ik doe alles om schoonheid te etaleren, maar ik doe dat met weinig eerbied voor het betamelijke. Mijn versieringen zijn te overdadig, het glazuur te wild, de hantering van het porselein is ruig, de vormen zijn asymmetrisch. Daarnaast ontdoe ik objecten van hun dienstbare karakter. Ze zijn onbruikbaar, je kunt ze alleen maar mooi wegzetten en er verliefd naar kijken. Door al die keuzes komen er elementen naar voren die niet geciviliseerd zijn : een speelse humor, sensualiteit, gulzigheid en begeerte. Daar gaat mijn werk dan ook vooral over; over de schoonheid van het uitzinnige, over hebzucht, pronkzucht, de liefde voor de overvloed. Natuurlijk zondig ik daarmee tegen de canon ‘form follows function’ en ‘less is more’ predikt. Maar dat is prima. Ik hou niet zoveel van de Apollinische strengheid. Ik kies liever voor het Dionysische feest, voor de overgave aan een uitbundige schoonheid. En ik vind dat een ernstige zaak. Mijn werk is absoluut geen camp vol ingewikkelde connotaties en cynische dubbelzinnigheden. Ik zoek serieus naar de grenzen van de schoonheid. Het is weliswaar een schoonheid die sommigen heel lelijk zullen vinden, maar ik vind het mooi. Hoewel het mooi op het randje is. Dat is dan ook de uitdaging: durf je dit nog mooi te vinden en in je hart te sluiten? Over die verliefde, onverstandige schoonheid gaat het.
Hanneke (1967 Delft) woont en werkt in Breda.